Humanitaire visa kunnen leed op Middellandse Zee beperken

De cijfers van het UN Refugee Agency liegen er niet om. Dit jaar alleen al ondernamen meer dan 34.000 vluchtelingen de gevaarlijke oversteek van het Afrikaanse Libië naar Europa, waarbij 669 mensen het leven lieten. Nochtans bestaat er een procedure die hen in staat stelt om ons continent te bereiken, zonder dat ze daarbij hun leven moeten riskeren. Met humanitaire visa kunnen Europese landen mensen de toestemming geven om het grondgebied te betreden en er tijdelijk te verblijven. Zoals wij een verblijfsvisum kunnen aanvragen voor een studie of (zaken)reis in het buitenland, zo kunnen ook vluchtelingen een visum aanvragen om humanitaire redenen.

Deuren dicht

“In Nederland staan humanitaire visa ook al een tijdje op de politieke agenda”, weet Lenny Reesink van VluchtelingenWerk Nederland. “Tot 2003 maakte Nederland en andere EU-lidstaten wel gebruik van het humanitair visum. Toen konden vluchtelingen in Afrika en het Midden-Oosten zich aanmelden bij een plaatselijke ambassade, om in aanmerking te komen voor zo’n document. Op die manier konden ze op een veilige manier overkomen naar het EU-land dat hen een visum verleende. Omdat het aantal aanvragen bleef stijgen en steeds meer mensen zich aanmeldden, ging Europa steeds meer op de rem staan. Terwijl het aantal asielzoekers alsmaar groter werd, nam ook de vluchtelingenstroom toe. En dus gooiden lidstaten hun deuren dicht.”

Voorlopig geven enkele EU-lidstaten Frankrijk, Italië en België humanitaire visa aan vluchtelingen, net als Andorra. “Dit blijft wel vaak onder de radar,” zegt Reesink. “Die EU-landen willen namelijk geen aanzuigeffect creëren. Daarom probeert Europa alle grenzen te sluiten. Kijk maar naar de deal met Turkije, de grensbewakingen, de patrouilles op zee en het ‘push back’ beleid dat een einde moest maken aan het leed op de Middellandse Zee. Ze proberen zoveel mogelijk vluchtelingen tegen te houden en dus ook het humanitair visum.”

Wel of geen verplichting?

Europa kan haar lidstaten niet verplichten om humanitaire visa uit te reiken. “Dan kan je ook niets doen wanneer landen een na een de deuren sluiten. Toch kwamen ngo’s en advocaten tot de vaststelling dat de Europese wetgeving wel suggereert dat elke lidstaat de plicht heeft om zo’n humanitair visum te verlenen als iemand in nood is.” Toen het Europees Hof deze stelling ontkrachtte, gaf ze zo Europa gelijk en stopten landen vervolgens met het verlenen van humanitaire visa. “Maar we blijven wel alsnog proberen het humanitair visum op de kaart te zetten”, verzekert Reesink .

“Eigenlijk is het een strijd tussen twee kampen: voor- en tegenstanders”, gaat Reesink verder. “Het Europees Parlement en de ngo’s zijn pro humanitaire visa. De lidstaten zien zo’n beleid niet zitten. Zij blijven erbij dat er te veel vluchtelingen komen eens de grenzen weer open gaan. Europa kan zo’n ‘overrompeling’ niet aan.” Toch blijven dagelijks honderden mensen hun leven riskeren, om via de gevaarlijke zeeroute een betere toekomst te vinden.

Ze proberen zoveel mogelijk vluchtelingen tegen te houden en dus ook het humanitair visum

Outsourcing

Net als vele andere lidstaten, staat ook Nederland vrij sceptisch tegenover het systeem van humanitaire visa. “Onze overheid ziet het asielbeleid als een soort outsourcing”, bevestigt Reesink. “Ze wil zo min mogelijk asielzoekers in Nederland. Het liefst van al wil de overheid alles afhandelen in Afrika, zodat vluchtelingen niet tot hier moeten komen. Daarom investeert Nederland bijvoorbeeld wel in kampen ter plaatse, om ervoor te zorgen dat ze kunnen blijven waar ze zijn. De kans is dan ook bijzonder klein dat er in het parlement een meerderheid te vinden is voor humanitaire visa.

Ondertussen blijft VluchtelingenWerk Nederland zich in binnen- en buitenland inzetten voor de terugkeer van humanitaire visa. “We proberen druk uit te oefenen door te lobbyen, door te  praten met kamerleden en ambtenaren. Waar zit de weerstand? Wat zijn de dilemma’s? Zijn daar oplossingen voor? Daarnaast steunen we advocaten die bezig zijn met rechtszaken rond humanitaire visa. We helpen hen met argumenten verzamelen, in de hoop vluchtelingen alsnog te kunnen helpen. Op die manier kan je de overheid misschien toch nog verplichten tot het uitreiken van een visum.”

Objectief en transparant

Terwijl de Europese Commissie zich buigt over een Europees voorstel om meer humanitaire visa uit te reiken, zijn er al drie landen die dit effectief doen: Frankrijk, Italië en België. Dat de humanitaire visa een heet politiek hangijzer zijn, bewees de regeringscrisis die België begin dit jaar kenden. Toen werd duidelijk dat de toekenning van deze visa allesbehalve objectief en transparant gebeurde. Daarin schuilt ook het grootste gevaar van het systeem, meent Myria vzw. Het Federaal Migratiecentrum van België nam het toekennen van humanitaire visa, wat in het land sinds 2015 kan, onder de loep en bundelde haar bevindingen in een document.

Myria betwist niet dat er nood is aan zulke visa. Ze bieden vluchtelingen immers een veilige en legale toegangsweg tot Europa. Wel vraagt het Federaal Migratiecentrum aan de Belgische regering om helderheid te brengen in het beleid. “Het blijft hameren op een duidelijker, objectiever kader,” laat de organisatie weten. In haar onderzoek kwam Myria dan ook tot enkele frappante vaststellingen. Zo werd in 2018 maar liefst 77 procent van de visa uitgereikt aan Syriërs, waarvan slechts 9 procent dit document via de gewone procedure in handen kreeg. Die reguliere procedure is niet alleen ingewikkeld, maar ook prijzig. Bovendien duurt het proces lang en is de uitkomst ervan vaak onduidelijk.

Het blijft hameren op een duidelijker, objectiever kader

Zo’n 91 procent van de mensen die de afgelopen jaren een humanitair visum van de Belgische staat ontving, doorliep preselecties via duidelijk omkaderde hervestigingsprogramma’s. Maar ook via zogeheten reddingsoperaties, die sinds enkele jaren stevig in de lift zitten. Deze operaties roepen bij Myria veel vragen op betreffende de initiatiefnemers, want die lijken niet altijd gekend. De vzw vraagt de Belgische overheid al jaren om duidelijker en transparanter te communiceren rond het hele visumgebeuren, om op die manier zoveel mogelijk misbruik te voorkomen.

Mediterranean Hope

In Italië volgt de ‘Federazione delle chiese evangeliche’, ofwel de Federatie van de evangelische kerken in Italië humanitaire visa nauwlettend op. Het was ook deze organisatie die in 2015 het systeem nieuw leven inblies. “Dit is ondertussen een van onze belangrijkste bezigheden geworden, niet alleen in Italië maar ook in de rest van Europa”, vertelt Marta Bernardini van Mediterranean Hope. “Met de humanitaire visa willen we vooral de meest kwetsbare mensen uit onstabiele gebieden overbrengen, zoals alleenstaande vrouwen en kinderen, gezinnen en oudere of zieke mensen. Maar ook jongeren die niet naar school kunnen halen we naar hier; in de hoop ze een beter leven te kunnen geven.”

“Wie een humanitair visum heeft, kan rekenen op humanitaire bescherming”, bevestigt Bernardini. “Eens deze mensen in Italië arriveren, verwelkomen we hen in onze plaatselijke kerken en gemeenschappen, verspreid over het land. Met de humanitaire visa beoogt Mediterranean Hope vooral Syriërs. Maar ook Iraki, Palestijnen en Afghanen komen in aanmerking.”

Europees probleem

Uit het cijfermateriaal dat de federatie ter beschikking stelt blijkt dat ze de afgelopen jaren aan 1.454 vluchtelingen een humanitair visum verleende, waarvan 74 procent internationale bescherming geniet. Er komen ongeveer evenveel mannen als vrouwen via deze weg Italië binnen, waarvan 60 procent moslim is en 35 procent christen. Ongeveer de helft van hen volgt Italiaanse les. Daarnaast probeert 48 procent een middelbare diploma te behalen. Hoopvolle cijfers, maar uiteraard kunnen niet alle vluchtelingen rekenen op deze bijstand, zeker niet in Italië alleen.

“De vluchtelingencrisis is niet uitsluitend een Italiaans probleem”, zegt Bernardini. “We mogen dan wel dichter bij die landen zitten waaruit mensen vluchten. Dat neemt niet weg dat dit heel gebeuren een Europees probleem is. We investeren daarom veel tijd in het promoten van ons werkmodel. Tot nu toe wisten we Frankrijk, Andorra en België al te overtuigen van onze werkwijze. Met Duitsland voeren we momenteel uitgebreide gesprekken. Ondertussen is het wachten op Europa. Gaat de Europese Commissie in op het voorstel om ook in Libië een humanitaire corridor te creëren? Want met het toenemende conflict in Libië lijkt een heropflakkering van de vluchtelingencrisis alleszins in de maak.”